"Wij zijn voor minder auto's in de stad, maar daar moet dan wel een goed alternatief tegenover staan. Dat is nog niet het geval, zeker niet voor pendelaars en andere stadsbezoekers. Wij vrezen dat de antiauto-ijver van de Brusselse overheid het economisch leven van de stad en de handel parten zal spelen. En laat dat nu net datgene zijn waar we vandaag op moeten inzetten", zegt Touring. 

De Brusselse regering stelt in haar beleidsverklaring dat ze met haar mobiliteitsbeleid de beschikbare ruimte herverdeelt. Daarbij wil ze inzetten op een shift van het parkeren op straat naar parkeren in (overdekte of ondergrondse) parkeerplaatsen. Onlangs werd het overleg met de 19 Brusselse burgemeesters opgestart. Voor het zomerreces wil de regering een ontwerp hebben goedgekeurd.

Maar volgens Touring is het parkeerplan gebaseerd op verouderde data: "Zo spreekt het plan van 530.000 ingeschreven voertuigen in het gewest. Dat is fout, want het gaat om 583.993 voertuigen, lichte vracht inbegrepen. Daar komen nog eens 36.256 motoren bij, die ook een parkeerplek nodig hebben, wat resulteert in een totaal van 620.249 voertuigen." 

Bovendien zijn de vaststellingen van de beschikbare oppervlakte voor voertuigen, fietsers, voetgangers en openbaar vervoer en van de beschikbare parkeerplaatsen gebaseerd op cijfers van 2014. Het aantal beschikbare parkeerplaatsen is volgens Touring sindsdien sterk afgenomen (Kleine Ring, fietspaden, verbreding voetpaden, voetgangerszones enzovoort).

“Daarnaast is geen rekening gehouden met de pendelaars en andere bezoekers van buiten het Gewest. Het GEN en de P&R-parkings zijn momenteel immers nog niet gerealiseerd, waardoor het openbaar vervoer voor deze mensen nog geen alternatief biedt”, aldus Touring.

Meer dan 100 wildparkeerders gefotografeerd op 500 vierkante meter door burgercollectief 1210/0: “Vaak dezelfde wagens”