Parket-generaal ziet geen reden om veroordeling ‘Fortis-rechter’ te herbekijken

Tijdens de financiële crisis in 2008 beslist de Belgische overheid om de in moeilijkheden gekomen bank Fortis te verkopen aan de Franse groep BNP Paribas. De aandeelhouders van Fortis verzetten zich daartegen en trokken naar de rechtbank. Christine Schurmans was een van de drie magistraten bij het Brusselse hof van beroep die moesten oordelen in de zaak. De twee collega’s van Schurmans wilden de verkoop van Fortis schorsen en de aandeelhouders zich daarover laten uitspreken, maar Schurmans weigerde dat arrest te tekenen. Na het Fortis-arrest werd Schurmans vervolgd voor schending van het beroepsgeheim en de vertrouwelijkheid van de beraadslaging. Het Gentse hof van beroep bevond haar schuldig, maar verleende haar de gunst van de opschorting.

Het Europees Hof voor de Rechten van de Mens oordeelde dat het proces tegen Schurmans niet eerlijk was verlopen omdat ze tijdens haar verhoor niet werd bijgestaan door een advocaat. “Maar om het arrest van het Gentse hof opnieuw door het Hof van Cassatie te laten beoordelen, moet er niet alleen een schending zijn van het EVRM, maar moet de betrokkene ook blijvende nadelige gevolgen ondervinden”, klonk het bij het parket-generaal. “Aangezien mevrouw Schurmans een opschorting heeft gekregen, is dat hier niet het geval.” De advocaten van Christine Schurmans hebben uitstel gevraagd en gekregen om op die argumenten te antwoorden. Op 20 december wordt het dossier verder behandeld.