Kleinste begijnhof van België nog tot augustus te bezoeken

Samen met het Erasmushuis en de gotische collegiale kerk van Sint-Petrus en Sint-Guido vormt het begijnhof van Anderlecht een opmerkelijk en beschermd historisch geheel in het hart van de gemeente. Het bestaat uit twee vleugels, met architectuur uit de 5e, 16e en 18e eeuw, die een omheinde tuin met een waterput omringen. Het kon tot acht begijnen herbergen en werd na de Franse Revolutie gebruikt als gasthuis en onderdak voor vrouwen in nood.

Het slot kort in 1928 gesloten en heropende in 1930 als folklore-en streekmuseum. In 2010 werd in samenwerking met verschillende instellingen de restauratie van het begijnhof ingezet, met financiële steun van Urban.brussels en de gemeente Anderlecht. De tweede fase van de heropening, in 2024, zal bestaan uit een nieuw museumproject dat voldoet aan de eisen van een hedendaagse instelling.

“Het museum zal vooral gericht zijn op een algemeen publiek, kinderen en toeristen. Wij willen een dynamische en interactieve bemiddeling ontwikkelen om iets anders te bieden dan het Erasmushuis en de nieuwe museografie zal het onderzoek van de afgelopen twee jaar naar de geschiedenis van de plek, de archieven en de collecties benadrukken”, legt Zahava Seewald uit, directrice van de museums in Anderlecht.

Nog tot augustus dit jaar is het kleinste begijnhof van België te bezoeken elke eerste zondag van de maand. Een gratis bezoek kan tussen 10 en 17 uur, gegidste rondleiding starten om 14 uur.