Dronken matrozen op fregat Leopold I gaan na feestje op de vuist: federaal parket vordert tot 1 jaar cel

De feiten speelden zich in de nacht van 17 op 18 mei vorig jaar af. Het Belgische fregat Leopold I lag toen aangemeerd in de haven van het Britse Plymouth voor een zes weken durende oefening. Om de matrozen wat ontspanning te gunnen, was een feestje aan boord van het schip toegestaan door de commandant. De situatie liep echter helemaal uit de hand, toen matrozen M.P. (18) en T.G. (21) met elkaar in de clinch gingen. “Er was in die periode het vermoeden dat er gestolen werd op het schip”, verduidelijkte federaal procureur Wenke Roggen maandagmorgen de aanleiding voor de vechtpartij.

Volgens het federaal parket beschuldigde T.G. om één of andere reden z'n jongere collega. “Het kwam tot een discussie, waarbij M.P.  twee vuistslagen aan de andere beklaagde gaf. Rond drie uur ‘s nachts begaf die zich naar de kajuit van M.P. Hij trok hem uit bed en nam hem in een wurggreep. Twee kajuitgenoten konden gelukkig tussenkomen.” Nog was de woede bij T.G. niet over, want even later ging hij M.P. weer te lijf op de gang. “Hij nam de man opnieuw in een wurggreep. Toen ze uit elkaar gehaald werden, sloeg T.G. wild in het rond. Een collega raakte daardoor gewond.”

Het federaal parket tilt zwaar aan de feiten en besliste zowel M.P. als T.G. maandagmorgen voor de rechter te brengen. Beide matrozen hangen respectievelijk 3 maanden en 1 jaar cel boven het hoofd, maar kwamen niet opdagen voor hun proces. “Vooral het gedrag van T.G. was zwaar overdreven”, aldus procureur Roggen.

Bij Defensie nemen ze voorlopig geen standpunt in over het dossier. “Daarvoor wachten we op een definitief oordeel van de rechter”, zegt woordvoerder Olivier Vogels. “Discussies aan boord kunnen, maar het is uiteraard niet de bedoeling dat die uitmonden in een gevecht. Indien het om zwaarwichtige feiten gaat, is de gebruikelijke procedure dat wij het federaal parket hiervan inlichten. Wij volgen deze zaak sowieso op. Beide matrozen werden na de vechtpartij ontscheept en naar huis gestuurd. Bij een definitieve veroordeling kan eventueel een ontslag volgen, maar daarover doen wij momenteel nog geen uitspraken.”

M.P. en T.G. waren na de wederzijdse slagen respectievelijk één week en drie dagen arbeidsongeschikt. Voor de vermeende diefstallen werd nooit een dader geïdentificeerd. Op 16 november doet de rechtbank uitspraak in hun zaak.