De feiten speelden zich op 13 februari vorig jaar af. M.B. en het slachtoffer werkten beiden als bediende in een grootwarenhuis in Sint-Michiels. De dertiger voelde echter iets meer voor de vrouw en begon haar de dag van de feiten te knuffelen. “Tegen haar wil", vertelde de procureur. “De beklaagde raakte ook meermaals het achterwerk van het slachtoffer aan. Zij voelde zich duidelijk op haar ongemak.”

De jonge vrouw vluchtte naar het bureel van de medewerkers, maar werd achterna gezeten door M.B. De dertiger greep haar opnieuw vast en kuste haar op de mond. Het slachtoffer diende op aanraden van haar leidinggevende uiteindelijk klacht in. De verklaring van M.B. bij de politie baarde de procureur zorgen. “Hij zei dat hij wist waarvoor hij moest komen en dat het slachtoffer nochtans wist dat ze moest zwijgen.” 

M.B. riskeert voor de aanranding een voorwaardelijke celstraf van 1 jaar. Volgens zijn advocate had de man nooit de bedoeling om het slachtoffer tot iets te dwingen. “Hij heeft een syndroom dat neigt naar autisme en heeft daardoor in bepaalde situaties niet altijd de gepaste reacties", pleitte ze. “Mijn cliënt dacht dat er signalen waren van wederzijdse genegenheid. Hij kan niet altijd de grens trekken tot waar hij mag gaan, maar zal dat moeten leren.” Vonnis op 22 maart.