Volgens het rapport is de Nederlandse overheid tekortgeschoten door jarenlang weg te kijken van wantoestanden. Het gaat dan onder meer over de vervalsing van documenten, het misbruik maken van de armoede bij de geboortemoeders en het afstand doen van kinderen tegen betaling of dwang.

Volgens minister Beke kan je Vlaanderen niet zomaar vergelijken met Nederland: "In Nederland kunnen adoptiediensten zich laten accrediteren in herkomstland zonder een voorafgaand onderzoek door de overheid. In Vlaanderen doet de Vlaamse Centrale Autoriteit (VCA) vooraf een onderzoek en moet een adoptiedienst toestemming krijgen om in een bepaald land te starten."

Bovendien moet bij elke nieuwe samenwerking advies gevraagd worden aan de Federale Centrale Autoriteit, Buitenlandse Zaken en andere relevante partners. "De samenwerking wordt grondig onderzocht en zeker ook of de principes van het Verdrag van den Haag, de wetgeving van het herkomstland en de Belgische wetten nageleefd worden”, klinkt het.

Daarnaast mogen de diensten na de goedkeuring slechts met een beperkt aantal proefdossiers starten. Volgens Beke wordt er buiten corona zoveel mogelijk ter plaatse gegaan om alle informatie zo goed mogelijk af te toetsen aan de realiteit. "Op dit moment zie ik geen noodzaak tot een adoptiepauze in Vlaanderen", zegt de minister daarom. 

Beke wil wel de aanbevelingen afwachten van het expertenpanel interlandelijke adoptie, dat werd opgericht naar aanleiding van adoptiefraude in onder andere Ethiopië en Guatemala. Dat rapport liep vertraging op door corona, maar zou deze zomer klaar moeten zijn.