Ook joodse gemeenschap stapt naar mensenrechtenhof tegen verbod op onverdoofd slachten

Sinds 2019 geldt in Vlaanderen en Wallonië een verbod op onverdoofd slachten. Tegen de maatregel kwam weerstand vanuit de moslim- en joodse gemeenschap omdat die volgens hen rituele slachtingen onmogelijk maakt. En dat zou bijgevolg dan weer in strijd zijn met de godsdienstvrijheid.

Ze vochten het verbod aan bij het Grondwettelijk Hof, dat de hete aardappel doorspeelde naar het Hof van Justitie van de Europese Unie in Luxemburg. Dat oordeelde eind 2020 al dat het verbod niet in strijd is met het Europees recht. “Het decreet zorgt voor een juist evenwicht tussen dierenwelzijn en de vrijheid van religie”, klonk het. In zijn eigen arrest van september 2021 volgde het Grondwettelijk Hof de argumentatie van het Europese hof, waardoor het verbod standhield.

In december hadden de Belgische moslimexecutieve en de coördinatieraad van de islamitische instellingen van België al laten weten dat ze naar het EHRM in Straatsburg zouden stappen in een ultieme poging om hun gelijk te halen. Nu volgt ook de joodse gemeenschap. Negen joodse Belgen hebben daarvoor de bekende Franse advocaat Patrice Spinosi aangesteld.

“De partijen voeren aan dat het absolute verbod van slachtingen zonder verdoving een ernstige inbreuk vormt op hun godsdienstvrijheid”, aldus Spinosi. Daardoor zou het onmogelijk zijn voor joden om “de voedingsvoorschriften te respecteren die door hun godsdienst opgelegd worden”. De advocaat verwijst voorts onder meer naar een arrest van het EHRM van 2000. Dat stelt dat rituele slachting “een essentieel onderdeel vormt van de uitoefening van de joodse godsdienst”.

In België is onverdoofd slachten alleen nog toegelaten in het Brussels gewest. Daar behandelt het parlement momenteel wel een voorstel om verdoving op te leggen.