Loubna Benaïssa verdween twintig jaar geleden

Op die augustusdag in 1992 was Loubna samen met zus Nabela naar de winkel gegaan in de Goffartstraat in Elsene, niet ver van de ouderlijke woning in de Graystraat. Omdat de twee meisjes een pot yoghurt vergeten waren, stuurde de moeder Loubna alleen terug naar de winkel. Ze zou nooit meer terugkomen.

Het onderzoek liep van bij de start vierkant. Een onderzoeksrechter kwam er niet aan te pas, het Brusselse parket hield zich maar zes dagen met de zaak bezig. De politie van Elsene volgde drie sporen, waaronder dat naar Patrick Derochette. De mecanicien en pompbediende in het tankstation van zijn ouders was in 1984 al veroordeeld voor zedenfeiten met minderjarige jongens en daarop kortstondig geïnterneerd. Maar hij kon de speurders een alibi voorschotelen.

Zaak-Dutroux
Meer dan vier jaar gingen voorbij, totdat het dossier bij het gerecht van Neufchâteau belandde. In het zog van de zaak-Dutroux had het gezin Benaïssa zich daar burgerlijke partij gesteld. Er werd een gerechtelijk vooronderzoek geopend, wat in Brussel nooit gedaan was. De Luxemburgse speurders slaagden waar hun Brusselse collega's faalden. Het tankstation op de hoek van de Wérystraat en Kroonlaan werd binnenstebuiten gekeerd. Op 5 maart 1997 troffen de speurders het lichaam van Loubna in een metalen kist in de kelder aan. De garage werd in 2001 afgebroken.

Derochette bekende dat hij het meisje misbruikt had. Hij werd in 1999 geïnterneerd. De betrokken Brusselse magistraten kregen tuchtsancties opgelegd voor de slechte afhandeling van de zaak. De verdwijning kwam in 2004 ook ter sprake tijdens het proces-Dutroux in Neufchâteau.