Coronacijfers maken morgen spectaculaire sprong, maar daar is logische verklaring voor

Tussen 1 en 7 januari werden er elke dag gemiddeld 1.816 nieuwe besmettingen met het coronavirus in ons land gerapporteerd. Dat is een stijging van 13,6 procent tegenover het gemiddelde van de week daarvoor, zo bleek vanmorgen uit de nieuwste coronacijfers. 

Morgen zal dat gemiddelde, voor de periode tussen 2 en 8 januari dus, een nog grotere sprong maken naar op zijn minst 2.011 besmettingen per dag, of een stijging van 26 procent, zo blijkt nu al uit de voorlopige cijfers voor die periode. Allicht zal de stijging morgen nog hoger blijken te zijn.

Maar wie goed naar de datums kijkt, ziet daar behalve het groter aantal testen, meteen nog een andere reden voor de forse stijging: morgen verdwijnt  nieuwjaarsdag 1 januari uit het nieuwe weekgemiddelde, terwijl het wel nog in het gemiddelde zit waarmee de nieuwe periode wordt vergeleken. Op die manier vergelijken we morgen dus een week met daarin een feestdag (26 december tot en met 1 januari) met artificieel weinig testen en dus ook weinig besmettingen, met een week zónder feestdag (2 januari tot en met 8 januari). Op die manier zal de stijging van de komende dagen artificieel hoger zijn dan eigenlijk het geval is. 

Ook Sciensano-statisticus Brecht Devleesschauwer waarschuwt op Twitter voor een artificieel hoog stijgingspercentage morgen.

“We moeten ons niet te veel zorgen maken”, stelt biostatisticus gerust in HLN LIVE. “We hebben duidelijke verklaringen over wat er aan de hand is. Het effect van de terugkerende reizigers blijft een zorg, maar we gaan dat effect nu zien afnemen.”

Een belangrijke voorwaarde blijft dat we de Britse variant zoveel mogelijk onder controle kunnen houden, benadrukt Molenberghs nog.