Camera’s op doellijn: vijftien maanden geleden nog goedgekeurd, sindsdien geen woord meer over gezegd

“De Raad van Bestuur besloot om vanaf de play-offs bijkomende ondersteuning voor de VAR te voorzien, door extra camera’s ter hoogte van de doellijn in te zetten.” Dat persbericht stuurde de Pro League uit op 17 februari 2020. De bedoeling was om vier camera’s in te zetten per wedstrijd van play-off 1 en vanaf de halve finale van play-off 2. Een beslissing die genomen werd nadat er hevige discussie ontstond na een ‘spookgoal’ van Hans Vanaken, waarvan niemand wist of de bal over de lijn was gegaan of niet.

En kijk. Vijftien maanden later scoorde Lamkel Zé een soortgelijk doelpunt. Maar er is in de tussentijd helemaal niets veranderd. Door corona waren er geen play-offs. Het idee van de camera’s is daarom nooit uitgevoerd. “En het voorbije jaar zijn daar nog nul woorden over gezegd in de Raad van Bestuur”, klinkt het bij meerdere bronnen.

De meeste kleinere clubs waren sowieso geen grote voorstander van doellijntechnologie of een afgeleide daarvan waren. Door de coronacrisis dweilen ze met de kraan open. In die omstandigheden wil niemand zelfs maar een cent meer uitgeven dan strikt noodzakelijk. Het voorbije jaar waren er ook zoveel andere grote discussies - tv-rechten, de stopzetting van de competitie, de hervorming van het format - dat de introductie van de camera’s letterlijk vergeten werd.

Lees ook:

“Als er voor match van 4 miljoen nog altijd geen camera op doel staat, kan je alleen maar oordeel lijnrechter volgen”