Uit de hand gelopen discussie over vuile sokken levert beklaagde 18 maanden celstraf met uitstel op

Beklaagde Giim T. woonde en werkte samen met drie collega’s in een gebouw dat hun gezamenlijke werkgever hen ter beschikking had gesteld. Twee van zijn drie waren bovendien broers. Volgens T. zelf waren er al een tijdje problemen tussen hem en zijn huisgenoten. Om te beginnen was hij van Zuid-Soedan en kwamen zij uit Bulgarije, wat voor taalproblemen zorgde. Kennelijk had hij ook het idee dat ze tegen hem samenspanden.

Op 2 september dit jaar was de situatie geëscaleerd. Die dag was er tussen T. en de twee broers een discussie ontstaan over rondslingerende vuile sokken. T. raakte over zijn toeren, liep kwaad weg en kwam terug met een mes en een ijzeren staaf, waarna het tot een zware schermutseling kwam.

Een van de broers liep snijwonden op aan beide armen. De andere werd met een vinger in het oog gestoken en in de arm gebeten. De derde huisgenoot hoorde het kabaal en probeerde tussenbeide te komen, maar het enige resultaat was dat ook hij snij- en schaafwonden opliep. Wel slaagde hij erin om het mes uit het raam te gooien.

Toen de politie ter plaatse kwam, had T. zich buiten in het struikgewas verstopt. Tegen de agenten vertelde hij dat hij onder invloed van alcohol had gehandeld. Hij bekende de vechtpartij en verklaarde dat hij verschillende voorwerpen had genomen om zich te verdedigen. 

Een mes kon hij zich niet herinneren en zijn DNA werd ook niet op het weggegooide mes teruggevonden. Maar zelfs zonder dat bewijsmateriaal achtte de rechtbank de feiten bewezen. Dat leverde T. een celstraf van 18 maanden met uitstel op. Zijn advocaat had gepleit voor een straf met uitstel, en die is er dus gekomen. De staaf en het mes werden verbeurd verklaard.