“Een dolk in onze rug”: maximaal met twee winkelen, en dat net voor de soldenperiode

“Dit is rampzalig en onbegrijpelijk.” Aan het woord is Nico Volckeryck van het NSZ, zelf uitbater van een winkel in Antwerpen. “In het verleden heb ik virologen meermaals horen verkondigen dat besmettingen zich niet in de winkels voordoen. Men verschuilt zich achter het argument dat veel mensen het openbaar vervoer nemen naar de winkelstraten, maar dat is niet de verantwoordelijkheid van de winkeliers, wél van de overheid. Dit is absurd, een dolk in onze rug. En dat terwijl de soldenperiode voor de deur staat. We zitten al met zoveel stock. De verkoop was net weer wat op gang getrokken, mede door de vele Nederlanders in Antwerpen, maar deze maatregel zal weer een terugval in de verkoop veroorzaken.”

“We hebben nog al eens gehad dat je maximaal met twee mocht gaan winkelen, dat heeft een serieuze financiële impact op de winkeliers. Ik vind daarbij dat wij niet verantwoordelijk moeten worden gesteld voor regels die door onze strot worden geramd: wij moeten namelijk weer instaan voor de handhaving, terwijl het amper te controleren valt of mensen effectief per twee binnenkomen of niet. De kleine zelfstandigen krijgen hierdoor weer de hardste klappen van deze veronderstellingspolitiek.”

Ook Isolde Delanghe, directeur van Mode Unie, reageert verbolgen. “Modewinkels worden voor het vierde seizoen op rij geconfronteerd met een minderomzet van 30% in vergelijking met 2019. Heel wat mensen werken thuis, er zijn geen events, horeca is beperkt en de schrik door de vele negatieve berichtgeving zit er goed in. Bijgevolg gaan consumenten op de rem staan: ze weten immers niet of ze hun nieuwe kledingstukken zullen kunnen dragen. Mode Unie vraagt dan ook bijkomende steunmaatregelen om het omzetverlies dat door de nieuwe maatregelen gecreëerd wordt, te compenseren. Willen we ons bloeiend, zelfstandig modelandschap, waarvoor België bekend staat, redden, dan zullen zowel overheid als consument zich moeten engageren om hun lokale modewinkels te steunen.”