De mondmaskerplicht, die liep tot 1 maart, is verlengd tot eind juni. Dat stuit op veel kritiek. “Deze maatregel is mijn inziens totaal overtrokken”, is te horen bij Steve Herman van Vlaams Belang. “Ik zie persoonlijk het nut niet in van het dragen van mondmaskers in lege straten. Dit heeft ook geen draagvlak bij de bevolking. Het is een beetje zoals de ijskar die niet mag rondrijden, maar overvolle treinen wel. Daar zit geen logica in. Mensen zijn heus verstandig genoeg om de situatie in te schatten en hebben daar geen belerend vingertje voor nodig. Dat de maatregel onmiddellijk voor vier maanden werd vastgelegd, is al helemaal van de pot gerukt. Dit kan bijvoorbeeld maandelijks aan de gemeenteraad voorgelegd worden. Angst is een slechte raadgever. Ik doe alvast niet mee aan het opbod van ‘wie de strafste maatregelen neemt, is de beste’. Gezond verstand is de enige goeie raadgever”, zegt hij.

CD&V stelde vragen op de vorige gemeenteraad meer duidelijkheid over welke factoren er meespelen wanneer de burgemeester beslist over een versoepeling of verstrenging van de mondmaskerplicht. “De burgemeester kon geen sluitend antwoord geven”, zegt de partij. “CD&V vraagt transparantie waarmee de beslissingen in verband met versoepeling en verstrenging van mondmaskerplicht genomen worden. Beslissingen moeten worden genomen op basis van duidelijke criteria en de drempelwaarden die de veiligheidscel vastlegt, zoals ook de hogere overheden maatregelen nemen op basis van het aantal besmettingen per 100.000 inwoners en het aantal hospitalisaties. En uiteraard rekening houdend met het specifieke risico van de handeling.”

“Het is nogal evident dat het weinig zinvol is om beslissingen voor vier maanden te nemen”, aldus Theo Nsengi van CD&V. “Daarmee zakt de moed in de schoenen. We denken dat een periode van vier à zes weken zoals de Vlaamse overheid en de federale overheid hanteren beter is. Wie met mensen spreekt die de hele dag het masker moeten dragen om professionele redenen, weet dat er bij die mensen geen draagvlak is voor de mondmakerplicht op momenten en plaatsen waar het niet nodig is. Dat is bijvoorbeeld wanneer ze ‘s morgens vroeg om of ’s avonds laat naar/van werk gaan of terugkomen en wanneer er te weinig of geen volk aanwezig is in hun omgeving. Vraag het ook aan de inwoners van de deelgemeenten die een mondmasker verplicht moeten dragen op plaatsen waar de andere persoon zich op minstens honderd meter afstand bevindt.”

Voor CD&V is dat ook de juiste aanpak: mondmaskers draag je op drukke plaatsen en hoeven niet gedragen te worden wanneer er geen kat in de buurt is. In vele andere gemeenten wordt de plicht beperkt tot de piekuren.

Sp.a-fractievoorzitter Sam Van de Putte reageert verontwaardigd. “De vorige politieverordening liep tot 1 maart. Tijdens de gemeenteraad van 23 februari, amper enkele dagen geleden, stond de verlenging niet op de agenda. Het debat hierover kan dus pas op 30 maart gevoerd worden, wanneer de politieverordening alweer een maand van kracht is. Het democratisch debat over het nut van de mondmaskerplicht binnen de bebouwde kom van Aalst wordt hiermee gefnuikt. De werkwijze van de burgemeester druist ook in tegen wat hij zelf van de federale regering verwacht”, zegt hij.

Van de Putte vindt de mondmaskerplicht binnen de bebouwde kom van de stad overkill. Dat standpunt herhaalde hij al meermaals op de gemeenteraad. “Aalst is een van de weinige steden en gemeenten in Vlaanderen waar een algemene mondmaskerplicht geldt. Wanneer je wil dat de inwoners van onze stad het blijven volhouden, dan moet het dragen van een mondmasker ook nuttiger ingevuld worden. Quasi het volledige grondgebied van onze stad is bebouwde kom. Dat is goed want autoverkeer moet hier de snelheid matigen. De koppeling aan de mondmaskerplicht is echter absurd. Op plaatsen waar weinig volk is, is het verplicht dragen van een mondmasker volstrekt zinloos”.

Sp.a Aalst vraagt een aanpassing van de politieverordening. “Hierdoor valt het verplicht dragen van een mondmasker weg binnen de bebouwde kom en wordt die vervangen tot het verplicht dragen van een mondmasker binnen en op de Wallenring van Aalst. Op andere plaatsen moeten inwoners ten allen tijde verplicht een mondmasker op zak hebben voor als het plots druk zou worden op rustige plekken.”

Volgens Groen zijn versoepelingen nu niet aan de orde. “Momenteel  zien we een sterke stijging in de coronacijfers”, zegt Lander Wantens van Groen Aalst. “De gevreesde derde golf lijkt in aantocht waardoor versoepelingen weinig opportuun zijn. Wel pleiten we met Groen voor een evaluatie van de maatregel zodra cijfers het toelaten  en het aantal besmettingen en ziekenhuisopnames sterk gedaald zijn. Maar gezien de huidige situatie moeten we er alles aan doen om de druk op de zorginstellingen en ziekenhuizen te verlagen, opdat de vaccinatie niet in het gedrang komt. Want een spoedige en vlotte vaccinatie zal de snelste uitweg uit deze crisis zijn.”

Lijst A vraagt aan de burgemeester om zijn huiswerk opnieuw te maken. “Op zich ben ik zeker voorstander om een masker te dragen daar waar het nodig is”, zegt Ann Van de Steen (Lijst A). “Maar ik stel mij nog steeds de vraag waarom in deelgemeenten en buitengebied van de stad een mondmasker moet worden gedragen. Is dat door de gemakzucht van de burgemeester? Daar waar we vaak niemand tegenkomen of waar we de nodige afstand kunnen voorzien, moeten we een mondmasker dragen. Burgemeester maak je huiswerk opnieuw, laat het gezond verstand zege vieren en laat daar waar het kan: dat masker even af.”