Historicus ontdekt dagboek uit Eerste Wereldoorlog: “Pantsertrein beschoot vanuit Aalst de Duitsers”

Historicus Walter De Swaef kwam dit dagboek uit de Eerste Wereldoorlog vorig jaar in de zomervakantie op het spoor. “De schrijver van het dagboek heet Achiel Seminck en zijn drie kleindochters hadden alle drie een uitgetypt exemplaar gekregen. Het origineel is zoek, maar de zoon van Achiel Seminck had het overgetypt”, zegt Walter. Hij ontmoette één van de kleindochters van Achiel Seminck tijdens een rommelmarkt aan het Begijnhof. Toen ze vroeg waar hij naar op zoek was en De Swaef zei dat hij geïnteresseerd was in de Wereldoorlogen, vertelde ze over het dagboek.

De auteur van het dagboek is een Aalstenaar, die getrouwd was met een vrouw uit Lede. “Als treinwachter bevond Seminck zich bij het begin van de oorlog in Montignies Sur Sambre. Door de oorlog moet hij te voet terugkeren naar Lede. Daar verblijven hij en zijn vrouw Irma Roeland in haar ouderlijk huis, de brouwerij De Zwarte Leeuw in de Stationstraat. Ze zullen ook enkele maanden bij zijn moeder in Aalst verblijven”, zegt De Swaef. “In het dagboek beschrijft hij de gebeurtenissen die zich in Aalst en Lede afspelen tijdens de oorlog. Onder meer over de eerste Duitsers en hun harde optreden”, zegt hij.

Dagboeken zijn interessant voor historici omdat ze gegevens naar boven halen die nieuw zijn, maar je kan er ook feiten uit andere bronnen mee bevestigen, nuanceren of ontkennen. “Er zijn van de Eerste Wereldoorlog redelijk veel dagboeken bewaard van soldaten. Van burgers zijn ze schaarser. Een dagboek is interessant omdat ze ons natuurlijk iets over de persoon zelf vertellen, maar als je een paar dagboeken hebt kan je ook beginnen vergelijken. Dan kan je nakijken of de gebeurtenissen in het ene dagboek overeenkomen in het andere. Dan kan je er historische kritiek op toepassen. Voor Aalst zijn er weinig dagboeken.”

Er staan ook enkele nieuwe dingen in. “Op 27 september van 1914 probeerden de Duitsers de Denderbruggen van Aalst over te steken. Ze zijn daar die dag niet in geslaagd. Het Belgisch leger had haar elitetroepen naar hier gestuurd. Die hebben dat hardnekkig verdedigd. Het Belgisch leger had ook een gepantserde trein in Aalst. In het begin van de oorlog hadden ze in Antwerpen een aantal treinen omgevormd tot gepantserde treinen, waarop ze geschut zetten. Daarmee kon de vijand beschoten worden”, zegt De Swaef.

Uit een ander dagboek wist De Swaef al dat op 27ste september ‘s ochtends een gepantserde trein in Aalst was aangekomen. “Meer wisten we niet. Wat deed die gepantserde trein? Die schoot van hieruit naar de Boekhoutberg in Hekelgem, waar de Duitsers hun kanonnen hadden gezet en waarmee ze de stad beschoten. De trein vuurde ook naar Moorsel, want tussen de kerk en het Waterkasteel stonden ook kanonnen die Aalst beschoten. Uit dit dagboek leren we nu hoe dat gebeurde. Om ervoor te zorgen dat de trein zelf geen mikpunt werd, reed die voortdurend op en neer tussen het station van Lede en het station van Aalst”, zegt De Swaef. “Tot 29 september is die trein hier nog actief geweest, altijd achteruit trekkend. Uiteindelijk heeft het leger die ergens anders ingezet.”

De dagboeknotities van Achiel Seminck zijn gepubliceerd in het Jaarboek van de Heemkundige Kring Lede. De publicatie kost 15 euro en kan besteld worden via info@heemschutlede.be of deswaefwalter@gmail.com.